Archive for February, 2011

Monday, 7 February 2011


Originally uploaded by Bert Kommerij

Volle zaal Ketelhuis tijdens preview 3 februari.

Media Me by Jeroen Mirck

Monday, 7 February 2011

Jeroen Mirck bezocht de preview van Media Me en publiceerde dit artikel.

Inleiding van Laurens Vreekamp

Saturday, 5 February 2011

De introductie die Laurens Vreekamp hield bij de preview van Media Me, afgelopen donderdagavond in het Ketelhuis in Amsterdam. Georganiseerd door Grenzeloos Geluid.

Vreekamp: “Laten we starten met een klein onderzoek: wie hier in de zaal, heeft zichzelf of materiaal van zichzelf, zien of horen terugkomen in projecten van Bert Kommerij? En wie denkt dat ‘ie hierop ‘ja’ kan antwoorden nadat we Media Me hebben gezien?
(Dat waren in totaal minstens 40 schat ik!)

Wat ik maar wil zeggen: Berts werk kan namelijk niet bestaan zonder publiek. En ook ik heb materiaal toegevoegd aan het project dat Media Me is. Want als Bert zegt: “You are in my story”, dan verwacht ik dat ook. U toch ook?

Ik besef dat het publiek, u, jij, ik, dat wij hier toch vooral zijn om het resultaat te zien dat Media Me heet. En wat kan ik u zeggen: U krijgt geen EINDresultaat te zien.

OPEN EINDE
Nee, ik moet u hier helaas teleurstellen. Niet dat de film niet vertoond wordt, of nog niet klaar is. Nee, dat is het niet. Maar Media Me is in principe, of misschien wel uit principe nooit echt af. Net zoals bij Berts eerdere projecten zoals FlickRadio, en zijn werk als theater- en radiomaker. Zoals geen ander weet hij ruimte te laten voor zijn publiek. Voor de verbeelding, de interpretatie en de eigen fantasie van de toeschouwer. Of deze nou bij het radio-ontvangertje zit, op de tribune, in een bioscoopzaal of achter de laptop. In Berts eigen woorden: “Er moet altijd iets open zijn.”

Dus…
Yes, we zien onszelf in het verhaal.
Yes, we kunnen het verhaal zelf in.

PUBLIEK
En dat is voor makers opeens iets heel erg 21e eeuws: rekening houden met je publiek. We dienen als makers namelijk de kijker, die tegenwoordig ook tegelijkertijd gebruiker en speler is, te consulteren. Het publiek mag van tevoren al mee denken over programma’s en projecten, en het publiek mag eigen materiaal aanleveren. En dat gebeurt niet alleen in Hilversum, of bij omroepen, maar ook bij kranten, uitgevers, in de reclame, muziek, film, het onderwijs en noem maar op: we moeten allemaal nadenken over alle media die het publiek, de doelgroep heeft, om ons materiaal te kunnen consumeren. Op elk tijdstip, op elke plaats, op elk apparaat.  En niet alleen van tevoren denkt het publiek mee, ook tijdens uitzending of live-moment, twittert het publiek, en kan er nagediscussierd worden op blogs en fora.

Maar lopen we dan niet heel erg sterk mee aan de leiband van de consument? Waarom? Omdat we misschien zelf niet meer weten wat nou ook alweer van ons verwacht wordt, wat kwaliteit is of wat überhaupt belangrijk is. Is dat het?

VERHAAL

Wie weet het? Wie gaat het dan redden in de toekomst? En: als het ons aan het hart gaat: wie gaat het publiek redden?
Blijven we bij de kracht van de oude media, of zijn het de ‘nieuwe media’ die ons verlossing bieden? Ik denk: allebei en geen van beiden.

Want waarom gaan kranten iPad-versies uitbrengen?
Waarom schrijven bloggers opeens boeken?
Waarom gaat een jonge, succesvolle digital native als Ernst-Jan Pfauth bij een krant als het NRC werken?
Waarom begint GeenStijl een omroep, en waarom heeft de VPRO een Touch-documentaire?

Ze geven allemaal als antwoord dat ze hun verhaal, hun materiaal onder een nieuw publiek willen verspreiden.

VADER EN ZOON
Toen begin deze eeuw de nieuwe media nieuw waren, werd er lekker gefröbeld. Een verwijt dat Bert Kommerij ook meer dan eens kreeg als ie experimenteerde met nieuwe technologie.

En rond 2005, toen het Web 2.0 op kwam, toen waren de nieuwe media echt aan het puberen. Wij, want ik ben natuurlijk ook van die nieuwe school, hadden geen kranten, tv of radio nodig. Wij hadden YouTube en weblogs.

En nu wij van de nieuwe media in 2011 allemaal toch wel wat volwassener zijn geworden, vragen we: hoe doet Vader dat eigenlijk, en kijken we stiekem, en om advies-vragend naar de oude meesters uit Hilversum. En anderzijds laten die old boys hun respect voor de jonge kinders ook wat meer zien, en beseffen dat er waarde is te vinden in dat web, of met die smartphone- of tablet-toepassing.

Oke, als dat dan het geval is, waar laten we Bert Kommerij dan? Die is echt geen old boy, maar zeker ook geen digital native. Hem in een hokje stoppen, is wel het ergste wat je hem aan kan doen. Ja toch, Bert?!

BERT REDT
Ik zal het u maar verklappen, en dan gaan we daarna snel kijken naar Media Me. Bert Kommerij is namelijk onze redder in tijden van publieke nood: Bert Kommerij, dames en heren, heeft namelijk dondersgoed door wat universeel van belang is. En dat is de uitwerking van een verhaal. De uitwerking in middelen, maar zeker ook de uitwerking die het op de ontvanger, op ons heeft. En om zijn verhaal te vertellen, maakt Bert gebruik van ieder medium dat hij ter beschikking heeft. En dat er in de 21e eeuw alleen maar meer soorten media en apparaten bij zijn gekomen, ziet Bert niet als een uitdaging om meer publiek te bereiken. Nee, eerder fascineert dit gegeven hem om zijn verhalen op te baseren, en die ideeën en verhalen ook weer in die nieuwe vormen tot uiting te brengen. Wat Media Me is, kan en wil ik niet zeggen. Hierbij wil ik graag de woorden van kunstcriticus Ko van Dun aanhalen: “onze hedendaagse kunst & cultuur is heel betekenisvol in haar betekenisloosheid.”

En is die eigen betekenis geven aan het verhaal, de eigen fantasie geprikkeld laten worden, niet het allermooist?

Media Me, you are in my story. We zitten straks allemaal in het verhaal!”